Uitgerust werd ik wakker en stond ik op om te gaan douchen. Ik genoot van het warme water dat als een deken over mij heen viel. Ik sloot mijn ogen en bleef even in het moment hangen, dit waren de kleine geluksmomentjes die ik moest koesteren. Ik opende mijn ogen en bedacht wat ik die dag eens kon gaan doen. Heel veel opties had ik nog niet, aangezien school nog niet begonnen was en ik amper mensen kenden hier. Ik wilde nieuwe mensen leren kennen, het liefst zo snel mogelijk. Ik dacht even na hoe ik dat kon aanpakken. Bij het idee om in mijn eentje in een barretje gaan zitten voelde ik me niet helemaal op mijn gemak, dus dat ging het niet worden. Ik stapte onder de douche vandaan, droogde me af en trok mijn lekkere zachte badjas aan.
Ik besloot op zoek te gaan naar werk. Met een kop koffie zat ik achter mijn laptop en bekeek ik wat voor werk er allemaal was hier. Al snel kwam ik een bedrijf tegen dat promotiewerk deed en dat herinnerde mij eraan dat ik een tijd terug een gesprek had met iemand die daar werkt en het heel leuk vond. Mij leek het eigenlijk ook wel wat dus ik besloot gewoon op te bellen met de vraag of ze nog mensen zochten. Het was alsof het zo had moeten zijn, ze zochten mensen en ik kon die middag al meteen langskomen voor een sollicitatiegesprek.
Zoekend naar de juiste outfit stond ik voor mijn kast. Verschillende shirtjes had ik al vastgehad en weer terug gelegd. Zo lang leek het niet uit te maken wat ik aanhad, de reacties van mensen waren toch altijd negatief. Dit was het eerst sinds tijden dat het me weer iets interesseerde dat ik er goed uit zou zien. Ik pakte een simpel zwart shirtje uit de kast, deed hem aan en bekeek mezelf in de spiegel. Alles voelde surreëel aan alsof ik mezelf niet herkende, alsof ik naar iemand anders keek in de spiegel. De bewegingen die ik maakte, maakte degene in de spiegel ook. Wat zij deed, deed ik ook. Maar waarom leek het dan alsof ik het zelf niet was?
Met een ruk draaide ik me om, ging ik even op bed zitten en sloot ik mijn ogen. Ik werd gepijnigd met de flitsen van het ‘verleden’, waar ik eigenlijk een dag daarvoor nog middenin zat. Ik herkende mezelf even niet en raakte daardoor even lichtelijk in paniek. Zo lang had ik hierop gewacht en nu was het zover en kreeg ik dit. Het leven is oneerlijk en ik voelde een brok opkomen in mijn keel. Het enige verschil was dat ik het nu toe liet. Een paar tellen later barste ik in huilen uit en proefde ik de zoute tranen die over mijn wang rolden. Het leek een eeuwigheid te duren voordat ik de sluis weer dicht kon doen. Ik bekeek mezelf opnieuw in de spiegel. Rode ogen en vlekken op mijn wangen van het huilen maar ik herkende mezelf weer. Het was alsof de tranen me weer terug in de realiteit getrokken hadden.
Het zwarte shirtje hield ik aan toen ik naar de badkamer liep om het bewijs van mijn huilbui te verdoezelen. Ik pakte mijn kwast waarmee ik mijn foundation opsmeerde. Langzaam verdwenen de rode vlekken in mijn gezicht en werd mijn huid steeds egaler. Het was fascinerend om te zien welk effect make-up kon hebben. Daarna pakte ik mijn eyeliner en zette ik dunne streepjes net boven mijn wimperrand. Ik maakte het af met mascara.
De make-up was mijn masker en toen alles op zijn plek zat voelde ik me gelijk beter. Het was letterlijk een masker dat ik opsmeerde, het masker van de nieuwe Isa.